Taal niveaus

NT2 staat voor Nederlands als tweede taal leren, in Nederland.

Een taal kun je op verschillende niveaus beheersen. In Europees verband zijn een aantal taalniveaus afgesproken. Dit zijn (Bron: UVAtalen.nl):


Eindniveau A - Basisgebruiker
A0 - Een absolute beginner.

A1
  • Kan vertrouwde dagelijkse uitdrukkingen en basiszinnen, gericht op concrete behoeften, begrijpen en gebruiken. 
  • Kan zichzelf aan anderen voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens zoals waar hij/zij woont, mensen die hij/zij kent en dingen die hij/zij bezit. 
  • Kan op een simpele wijze reageren, aangenomen dat de andere persoon langzaam en duidelijk praat en bereid is om te helpen.
    A2 - het niveau waarop het inburgeringsexamen plaatsvindt.
    • Kan zinnen en regelmatig voorkomende uitdrukkingen begrijpen die verband hebben met zaken van direct belang (bijvoorbeeld persoonsgegevens, familie, winkelen, plaatselijke geografie, werk). 
    • Kan communiceren in simpele en alledaagse taken die in eenvoudige bewoordingen aspecten van de eigen achtergrond, de onmiddellijke omgeving en kwesties op het gebied van diverse behoeften beschrijven.

    Eindniveau B - Onafhankelijk gebruiker
    B1 - het niveau van Staatsexamen I. Dit niveau heb je minimaal nodig om een opleiding te doen of betaald werk te vinden.
      • Kan de belangrijkste punten begrijpen uit duidelijke standaardteksten over vertrouwde zaken die regelmatig voorkomen op het werk, op school en in de vrije tijd. 
      • Kan zich redden in de meeste situaties die kunnen optreden tijdens het reizen in gebieden waar de betreffende taal wordt gesproken. 
      • Kan een eenvoudige lopende tekst produceren over onderwerpen die vertrouwd of die van persoonlijk belang zijn. 
      • Kan een beschrijving geven van ervaringen en gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities en kan kort redenen en verklaringen geven voor meningen en plannen.
      B2 - het niveau van Staatsexamen II.
      • Kan de hoofdgedachte van een ingewikkelde tekst begrijpen, zowel over concrete als over abstracte onderwerpen, met inbegrip van technische besprekingen in het eigen vakgebied. 
      • Kan zo vloeiend en spontaan reageren dat een normale uitwisseling met moedertaalsprekers mogelijk is zonder dat dit voor een van de partijen inspanningen met zich meebrengt. 
      • Kan duidelijke, gedetailleerde teksten produceren over een breed scala van onderwerpen; kan een standpunt over een actuele kwestie uiteenzetten en daarbij ingaan op de voor- en nadelen van diverse opties.

      Eindniveau C - Vaardig gebruiker
      C1
      • Kan een uitgebreid scala van veeleisende, lange teksten begrijpen en de impliciete betekenis herkennen. 
      • Kan zichzelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar uitdrukkingen te moeten zoeken. 
      • Kan flexibel en effectief met taal omgaan ten behoeve van sociale, academische en beroepsmatige doeleinden. 
      • Kan een duidelijke, goed gestructureerde en gedetailleerde tekst over complexe onderwerpen produceren en daarbij gebruikmaken van organisatorische structuren en verbindingswoorden.
      C2
      • Kan vrijwel alles wat hij hoort of leest gemakkelijk begrijpen. 
      • Kan informatie die afkomstig is van verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten, argumenteren reconstrueren en hiervan samenhangend verslag doen. 
      • Kan zichzelf spontaan, vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij fijne nuances in betekenis, zelfs in complexere situaties onderscheiden. 
      • Dit is het taalniveau van een hoog opgeleide near-native speaker. (In het Europees Referentiekader wordt dit niveau niet verder uitgewerkt.)

      Behalve deze niveaus, zijn er nog 2 andere groepen: Laaggeletterden en Analfabeten. Bij deze 2 groepen is het niveau van begrijpen en spreken vaak veel hoger dan het niveau van lezen en schrijven.

      De term Laaggeletterd wordt gebruikt voor mensen die grote moeite hebben met lezen en schrijven. Zij zijn niet in staat gedrukte of geschreven informatie te gebruiken en kunnen hierdoor minder goed functioneren in de samenleving, thuis en op het werk.
      1 op de 9 Nederlanders tussen 16-65 jaar is laaggeletterd. Van alle laaggetterden is 65% autochtoon. (Bron: Lezen en Schrijven.nl)

      De term Analfabeet wordt gebruikt voor mensen die helemaal niet kunnen lezen of schrijven.
      In Nederland zijn ongeveer 250,000 mensen analfabeet.


      Nog meer informatie over de verschillende taal niveaus, uitgesplitst in begrijpen, spreken en schrijven? Hieronder een overzicht van LeCrayon.be.